Nadenken over wortels in de Weststraat

“We weten waar we vandaan komen”

Eén van mijn allergrootste vrienden heeft gelijk als hij zegt dat er in Thaïland veel mensen langs de straat moeten slapen. Maar daar schijnt de zon. En dit is Thaïland niet. Hier vriest het. En als het in hartje Sleidinge gebeurt, moet het mij toch even van het hart dat wij in de lagere school, jaren ’70 en ’80, hoogstens hoorden spreken over dakloze mensen in Londen en over les clochards in Parijs. In België bestond het niet, misschien op enkele uitzonderingen na, in de Marollen.

Wortel

In 1830 stichtten we dit volledig uit de lucht gegrepen land als buffer tussen de Britten, de Duitsers en de Fransen en als proeftuin voor de liberale monarchie. Deze staatsvorm hield de klassenstrijd wel behoorlijk in stand maar extreme armoede werd van de straat gehaald. De landloperskolonie van Wortel, en die van Merksplas, hield tot diep in de 20ste eeuw stand. Op school haalde de meester dit als voorbeeld aan voor het mededogen en de barmhartigheid van de nieuwe verzonnen staat jegens de allerzwaksten. Als ge geen 50 frank op zak hebt en na 9 uur ’s avonds sjofel gekleed langs straat dretst, kunnen ze u oppakken en naar Wortel vervoeren. Zo luidde de klok. Bovendien moest ge dan ook nog eens opletten voor de teuten. Dus: altijd vijftig frank op zak, deftige kledij en na 9 uur in bed. Uur van politie! Het zat er in geramd. Net als: doe je naaste niet aan, wat je zelf niet zou willen. Solidariteit, naastenliefde.
Wat bracht de 21ste eeuw ertoe om dat fenomeen uit Londen en Parijs terug in het straatbeeld van onze steden te brengen? Terug tot in hartje Sleidinge zelfs? Wie niet werkt, moet maar zichtbaar arm zijn en dakloosheid riskeren. Dat idee. Zelf gezocht, los het op. Hardvochtigheid is de nieuwe norm. Pas op, de 19de eeuw was ook geen pretje. Verre van. Zo liep ik op een zotte zaterdag in het kasteelpark van Loppem wat doelloos te mijjmeren. Vaderlandse geschiedenis, dit kasteel. Ik kom er straks op terug. Half negentiende eeuw gebouwd in exemplarische neogotische stijl. Die stijl waar ook de statische Sint-Vincentiuskerk van Eeklo werd in opgetrokken. Symbool van de klassenmaatschappij in die periode, het geloof in de almacht van het Vaticaan die tot diep in de ziel van de Vlaming was doorgedrongen. Voor God ging men door de hel. Kom op Erfgoeddag (27 april) naar Torenhof aan het beeldje van Tamboer in Eeklo (om 16 uur) want mijn buurjongen Jan Verplaetse geeft er een lezing over.

Textiel

Waar Jan zal over vertellen, leidde onder andere in de Eeklose textielbedrijven tot extreme uitbuiting en ongelijkheid. Daens. Mooi weggestopt achter de hoekjes van de beluikjes, de ghetto’s van toen. Terwijl op de markten en pleinen prestigieuze neogotische projecten verschenen. En in het platteland, zoals in Loppem maar ook in het Gentse (van Lovendegem tot Destelbergen), zagen we ze plots verschijnen: kastelen, maisons de plaisance en neringdoenerijen van heren die liever in de ivoren toren hun centen telden die de Industriële Revolutie in het laatje bracht. De liberale monarchie was een zeepbel gebleken. En tegen de eeuwwisseling begonnen, Och Here, de sossen zich te roeren. Ironie van het lot. In 1914 komt dat hele circus een eerste keer tot ontploffing en brengt ons de wereldbrand die tot op vandaag ons lot bepaalt en thans in Oekraïne dunnetjes wordt overgedaan met veel leed en tranen tot gevolg. In 1918 kan onze koning-soldaat Albert I op 24 oktober al, een halve maand voor Wapenstilstand (!), zijn intrek nemen in het kasteel van Loppem nadat het leger van Der Kaiser bij de laatste cavalerieslag in Europa ,aan de Burkel in Maldegem, Vlaanderen wordt buiten gekuist.

Sociale Democratie

De koning zal er enkele weken het land regeren, daar in Loppem. Die weken wordt ook definitief het algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen vanaf 21 jaar in de wet opgenomen, buiten de grondwet om. Men noemt het de revolutie van Loppem. Daar in het neogotische kasteel dat symbool stond voor een heel andere, meer autocratische maatschappij, legden koning Albert I en eerste minister Léon Delacroix de basis van de sociale democratie waar we nu in leven. De basis voor onze welvaart, dat ook. We weten waar we vandaan komen.

De zon

Als er dan mensen geen dak meer hebben in onze eigen Weststraat, moeten we daar iets voor doen. Dan moet ikzelf er minstens over schrijven en zingen. En eind mei zal het ook het centrale thema zijn van het culturele feest Onderdak waarmee wij, theater-, muziek- en erfgoedvereniging Tarchief, ons dorp een geweten willen schoppen. Of, ik druk me voorzichtiger uit, waarmee we toch even wat vragen willen stellen en de vinger op de wonde willen leggen. Dat is het minste wat we kunnen doen, vind ik. Maar de zon schijnt, nu ga ik wandelen.