Interview met zanger-gitarist Peter De Zutter, 2012, Rock ‘n’ roll Niemandsland
Peter De Zutter (Reno, USE): “Mocht ik alles opnieuw doen? Het is wel goed zoals het is, hoor.”
De straatjes van Eeklo, ze hebben iets. Ik dool er graag in rond. Net zo met de Zandstraat. Je waant jezelf in het hartje van de stad. Rond de straat liggen grote stukken natuur. Hier woont gitarist, zanger en songwriter Peter De Zutter. Ik arriveer en zijn dochter trekt er net op uit. Als het gaat over muzikaal talent, de ‘ruwe diamant’, dan valt in Eeklo de naam Peter De Zutter. Zijn muzikaal spoor heeft zoveel verbindingen. Het zou zonde zijn het parcours van deze Eeklose muzikale held links te laten liggen. Een gitaarheld.
Tijdens ons gesprek ontluikt meteen zijn passie. De gitaar. “Ik herinner me muziekwinkel Music House van de Eeklose gitarist Pierre Van Glabeke. Hij was de frontman van Dead or Alive. In de winkel hing zo’n zelfbouw Flying V die Pierre had gemaakt, met koehorens erop. Als 13-jarige stond ik daar naar te kijken met grote ogen. Nog niet zo lang geleden vroeg ik aan Pierre of hij dit pronkstuk nog had. Ik had die gitaar meteen gekocht, als souvenir. Hij had ze nog wel eens nagebouwd, maar de originele was weg. Jammer. Mijn eerste nieuwe gitaar kostte 8000 frank. Dat was een smak geld in die tijd. Ik heb ze nog, ergens op zolder. Jeugdsentiment.”
In Waarschoot ontwaren we de eerste muzikale stappen van Peter De Zutter. “Ik kom uit een muzikaal gezin”, vertelt Peter. “Mijn vader speelde accordeon. Ook wel wat gitaar. Mijn broer speelde gitaar. Neil Diamond en zo. Als 9-jarige kreeg ik mijn eerste akoestische (kinder-)gitaar. En het was mijn neef Johan Beun die me voor het eerst een elektrische gitaar gaf om op te spelen. Zo’n ding uit de Concordia Mail, een postordercatalogus uit de oertijd.“ We mijmeren mee. Johan Beun, die ken ik. Gitarist van Les Charmeurs uit Belzele, één van de Zes van Gent (met o.a. Gorky eerste bezetting, The Pink Flowers, The Laroids, Koen Wostyn, …) en één van de Vrienden van Lieven Tavernier. Gentse muzikale nostalgie. Ik zie ze nog zitten aan het kampvuur, in het Citadelpark. Zes rockgroepjes, één visie op het leven. Après nous les mouches.
Maar Peter zet zijn verhaal onverstoorbaar verder. “Als versterker gebruikte ik een oude Sierra stereo bij ons in de huiskamer. Ik begon met ‘Smoke on the water’ van Deep Purple. Met één vinger. Zoals zovelen zeker?”
Creep Insanity
Al heel vlug begon Peter De Zutter met zijn eerste groepjes. “Dat waren er veel. Ik speelde met David Van Ghyseghem, die ook beroepsmuzikant is geworden. En mijn allereerste optreden was in ’t Oud Liefken in Zomergem, met Marnik Bellecoste. Remember Venial Sin, Marnik?” Peter knipoogt alsof Marnik in de living zit mee te luisteren. “We ‘repeteerden’ ook af en toe met een kliekske bij Bouchier in Waarschoot. Daar oefenden ook The Eventuals. Mijn gitaar bleef daar in dat kot staan. Tot ik er eens op een avond binnen kwam en de kop van mijn gitaar was afgezaagd. Dat was een ramp. Toen heb ik van mijn moeder een nieuwe gitaar gekregen: een Spirit Flying V. Het begin van een bijzondere periode. Met Bart ‘Bassie’ Van Haele en Peter Ginneberge richtten we de punkgroep Creep Insanity op. We waren vijftien jaar. Onze voorbeelden waren The Sex Pistols en Zyklome A. We keken op naar al de hardcore-bands die toen furore maakten. Creep Insanity was een succes, want door het promotiewerk van Jan ‘Bucks’ De Vriendt konden wij als jonge gastjes in heel België gaan spelen.”
Jan De Vriendt, die ken ik ook. Jan is nog altijd een belangrijke spil voor punk en metaloptredens hier in de streek. Hij programmeerde heel lang voor ’t Oud Liefken en kent ongelooflijk veel mensen in het metal- en punkmilieu. Geen tijd voor mijmeren.
Peter vertelt verder. “We speelden bijna gratis. Zo stonden we op de podia van alle kleine punkfestivalletjes in het land. Een heerlijke tijd. We speelden nog samen met de legendarische Amerikaanse punkband Capitol Punishment. De tijd van de skatepunks. In dat milieu hadden we trouwens een behoorlijke reputatie opgebouwd.” Heel lang heeft die periode niet geduurd. “We raakten een beetje in een dal met Creep Insanity. Punk begon het ook een beetje af te leggen tegenover de New Wave. Zo ben ik bij Illusion terecht gekomen. Filip Lebrun moest het leger in en ik verving hem als gitarist. Illusion is dan wel een beetje geëindigd als Vlaamse popband. Maar in de beginjaren maakte Illusion echt interessante new wave. Toffe nummers. Bij Illusion heb ik muzikaal ook de eerste stappen richting Reno genomen. Daar heb ik onder andere Johan Engels en Kurt Van Hoorebeke leren kennen.” En zo skate Peter van het ene genre naar het andere. Hij zucht. “Met muziek kan je vele kanten uit.”
Re-No-More
Reno is een verhaal apart. “Tien jaar hebben we bestaan”, zegt Peter niet zonder trots. In Eeklo leeft dan ook bij veel muziekliefhebbers het gevoel dat Reno een groep was waar veel meer in zat. De eerste single ‘Hey Little Baby’ (1991) zit bij mij in het geheugen gegrift als één van de hoogtepunten van een avondje De Ploeg Waarschoot, in die tijd hét rock’n rollcafé van de streek. Dat kon iedereen zo meezingen. Reno, dat was toen Peter De Zutter (zanger-gitarist), Marc Hauwe (drummer), Kurt Van Hoorebeke (bas), Johan Engels (keyboard) en Jan Buyck (gitaar). Uiteindelijk werd Reno een band van vier muzikanten. Johan Engels is uiteindelijk de bassist van de groep geworden. “Soms zag ik die mannen meer dan mijn eigen gezin”, vertelt Peter. “Dat was ook de reden waarom we er op een bepaald moment mee gestopt zijn. Je kent elkaar zo goed. Eén vonk is genoeg. Zelfs bij de reünie voelde je kleine spanningen zo weer opkomen.”
“Al bij al hebben we heel veel meegemaakt. Het was Marc Hauwe, die al heel wat ervaring had, die me aanspoorde om ‘Hey Little Baby’ op single te zetten. We zochten sponsoring om alles rond te krijgen. We brachten die single uit in eigen beheer en het liep als een trein. Door een promotieconcert kwamen we bij PIAS (Play It Again Sam) terecht, een Belgische platenfirma met een internationale uitstraling. Zij gaven ons een distributiecontract en ons boekingskantoor was Backline. We werden overal gedraaid. Veel vrije radio. Maar ook nationale radio: Radio 21 in Wallonië en de toenmalige popzender Radio 2. We werden gespeeld in het programma ‘De Gewapende Man’. Goed gedaan want van Studio Brussel was toen nog geen sprake. Ook live boerden we meer dan OK. We hebben met Reno overal in België gespeeld. En het succes bracht ons naar het buitenland, zelfs tot in Boedapest. Wij hadden wekelijks optredens. We richtten een vzw op omdat allemaal een beetje in goede banen te leiden. De nummers sloegen aan. Net in de periode dat de CD het vinyl verving. We hebben dan ook beslist om een CD op te nemen: Re-no-more.” Onthou de naam van de CD.
Grafitti On The Moon
“Ik zat zo met het idee om al de bestaande nummers van Reno op te nemen en om ze dan daarna definitief te laten vallen. Re-No-More.”, vertelt Peter met een lachje. “Ik wou ‘fuck you’ zeggen tegen dat repertoire. Na de CD wou ik gewoon aan nieuwe nummers beginnen. We hadden dus een CD opgenomen, waarvan we de nummers niet meer live speelden.” Beetje moeilijk om promo te voeren, merk ik op. “Achteraf gezien was dat misschien niet de juiste beslissing. Noem het zelfs een rare, dwaze zet. Maar ik had het zo in mijn hoofd. En zo zou het gebeuren.”
Ondertussen bereidde Reno een pak nieuwe nummers voor die naar de nieuwe CD ‘Grafitti On The Moon’ geleid hebben. Die plaat werd opgenomen bij CCR in Zulte. “Alle dagen zetten we de video op van ‘Spinal Tap’. Gigantisch veel ‘leute’ gehad.” Hij zegt het niet, maar ik voel aan dat het net die CD is waarvan hij muzikaal het meest tevreden is. “Al heeft ‘Graffiti On The Moon’ te weinig verkocht”, geeft Peter toe. Er hangt aan de CD ‘Grafitti On The Moon’ ook een heel verhaal vast van veel te dure studio’s, een combine van het boekingskantoor met enkele producers en schulden op het einde van het spel.
“We waren niet de enige groep die daar toen problemen mee had. Ken je The Boondocks nog?” Ja, uit Poperinge. Met de heerlijke single ‘Ik wacht’. Alweer jeugdsentiment. “Beetje een gelijkaardig verhaal, eigenlijk. Gelukkig was er onze drummer Marc Hauwe die toen zijn nek voor ons heeft uitgestoken. We zijn toen aan een financiële ramp ontsnapt. We hebben uit die periode wel de single ‘Lonely Again’ gepuurd. Alweer een slow, omdat ‘Hey little baby’ zo goed gedraaid had.” Na Reno is Dogman opgericht. Zelfde band maar met een ander concept. “Ik wou meer in ‘Drop D’-stemming gaan spelen. King’s X hadden een CD genaamd ‘Dogman’ en ik vond die plaat gewoon fantastisch. Maar sowieso zaten we van de periode Illusion, via tien jaar Reno tot en met Dogman met een gezamenlijke geschiedenis van 15 jaar. Ik vond het nog fantastisch om te doen, maar de formule was helaas een beetje aan zijn einde toe. We waren allemaal zo close, dat we op de lange duur op elkaars lip zaten. Het was op. Het was eens tijd voor iets anders.”
Lekkere vuile sfeer
We belanden heel even bij een ander onderwerp. Wie Peter De Zutter zegt, zegt ook ‘Beukenhof’, ‘De Leke’ en later … ‘The Lords’, het legendarische nachtcafé vlakbij het station van Eeklo. En als je nog verder terugkeert naar de tijd van de Meton en een bruisend jong Eeklo met liefst drie jeugdhuizen. Veel kleine optredens, veel fuiven. “Toen kon je met weinig geld op café een hele nacht door. Dat rookverbod zint me langs geen kanten. Die lekkere vuile sfeer, die rokerige toestanden, pinten gooien, new wave-fuiven in het Beukenhof op zondagnamiddag waar we konden toekomen met ons skateboard en de hanekam. Nu kan je je dat bijna niet meer voorstellen of ze halen er een buurtcomité bij. De rock’n roll is weg, vind ik. En het boeiende nachtleven ook. Of klink ik nu te veel als een oude zak?”, lacht Peter. “Als ik momenteel in een jongerencafé binnenkom, denk ik soms: help! Veel te soft.” Glimlachje. Al geeft Peter toe dat de jongeren hem ook soms verbazen, zeker op muzikaal niveau. “Soms sta je echt wel te kijken van het muzikale niveau van jonge gasten.”
USE
“Je vraagt me of ik het anders zou doen, mocht ik alles opnieuw doen?”, kijkt Peter op. “Het is wel goed zoals het is, hoor. Maar je moet wel altijd een beetje blijven dromen. Toen ik na Reno en Dogman vertelde aan mijn vrienden dat ik met een coverband bezig was, verklaarden ze me zot. Want ik had vroeger altijd gezworen dat ik dat nooit zou doen. Maar door deze stap naar covers is muziek voor mij nu wel een mooi bijberoep geworden. Misschien dat we met Reno ooit op het punt hebben gestaan om ellenlange tournees te maken en door te breken. Maar was dat niet ten koste van veel vrijheid geweest? Het idee van de band USE is eigenlijk ontstaan door Philip Madou, de drummer van Eden. Philip vroeg me of ik interesse had om samen met drummer Mathieu Verfaillie een ‘Afrekeningcoverband’ op te richten, om alle ‘hits’ van Studio Brussel te spelen. Ik zag het zitten. We hadden met USE eerst een andere bassist (Yannick Uytenhove) maar toen Bart Mareen hem eens moest vervangen, liep dat van een leien dakje. We spelen nog steeds samen. Nu in de tribute band The Food Fighters, ter ere van onze held Dave Grohl. Met USE ben ik gaan beseffen hoe leuk een coverband eigenlijk is. Ik leerde het voordeel kennen van muziek maken op vraag. Je krijgt er namelijk nog een centje voor. Terwijl we in Reno geld moesten pompen om te overleven.” Lachje. “Alles wat we met Reno verdienden, werd opnieuw geïnvesteerd. Nu, met USE, houden we er iets aan over. Met dezelfde filosofie ben ik samen met Geert Faes aan Combo Caliente begonnen. Veel bedrijfsfeesten. We zorgen voor ambiance. Je werkt mee aan een heerlijk feest. Je doet wat je het liefste doet. En je wordt er voor betaald. Op die manier zelfs, dat je echt van een bijberoep kunt spreken. Dus, neen, ik zou het niet meer anders doen. Dit is super.”
Writer’s block
In 2011 kwam er een reünie van Reno. “Fantastisch om vast te stellen dat hier zo veel interesse voor bestond”, geeft Peter toe, “Het was super om te spelen voor een publiek dat zolang heeft moeten wachten om ons nog eens aan het werk te zien. En het was ‘vollen bak’ ambiance op het overvolle Herbakkersplein.” Zijn ogen blinken.
“De rëunie heeft me wel geconfronteerd met het feit dat we met Reno enkele fantastische nummers hebben geschreven”, zegt Peter. “Natuurlijk kregen we daarna van vele mensen de vraag of we nu niet zouden verder spelen. Geen goed idee, denk ik. De jongens van Reno, dat zijn nog steeds goede vrienden. Moet ook zo blijven. Reno is dus gedaan. Maar de rëunie heeft het besef doen groeien dat ik jaren met een writer’s block heb rondgelopen. Metaforen op akkoorden zetten, dat kon ik als twintigjarige moeiteloos. Naarmate de jaren vorderden was dat meer en harder werken. Tot ik covers speelde en het schrijven liet voor wat het was.” Het is eigenaardig genoeg de dance music die ‘Zutterken’ terug tot schrijven bracht. “Via mijn werk kwam ik in contact met de Aalsterse producer Gert Van Laethem van Natural Born DJ’s. Samen met hem en Carlos Meire (2Unlimited, ook ‘streekmuzikant’) vorm ik een collectief dat Groovebenderz heet. Ik help de nummers schrijven. Ik lever zanglijnen en tekst aan. We verkopen onze muziek via iTunes. Dat loopt vlot. Raar om te zeggen, maar dit is voor mij de vluchtweg uit het writer’s block. Bovendien vind ik de dance scene een interessante wereld. Veelbelovende DJ’ s zoals Dapierre, Fré, Harm, Ignazzio en Kenzo nemen onze muziek mee naar allerlei fuiven. Dat is een gigantische promotiemachine voor onze composities.” Maar geen muzikant zonder dromen. “Zover ben ik nu. Ik ben in stilte bezig mijn eigen nummers aan het schrijven. Voor een programma waarbij ik, in eerste instantie alleen en hopelijk later met een band, nieuwe nummers wil afwisselen met goed gekozen covers, Reno- en Dogmannummers. Een programma bij kaarslicht, om even weg te dromen.” Ik fluister een naam. Springsteen. Daar heb ik Peter De Zutter altijd mee geassocieerd, vermoedelijk door de sound van de twee Reno-singles ‘Hey Little Baby’ en ‘Lonely Again’. Die Amerikaanse sound ook van Reno. Bruce Springsteen, herhalen we beiden. Hij kijkt me vragend aan. “Je bent de allereerste die deze associatie maakt”, reageert Peter. Het wordt even onwennig stil. Wat heb ik nu gezegd? “Maar ik ben er niet ongelukkig mee. Ik snap wat je bedoelt.” In ieder geval, als het er van komt dan wil ik het meemaken. Van op de eerste rij.



Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!