Nadenken over zilveren bergen

Slaapwel Baskiërs. En zo viel de nacht. De trein tussen Eeklo en Wetteren. Bumperkleven van Groot-Bijgaarden tot dichtbij Zaventem. En dan die vlieger op. Gisteren nog het Scheutbos en een wegspringende hinde. Vandaag die sprong in het duister. Meer dan 30 jaar na de Griekenlandreis, dat avontuur in het Baskenland. Met een hoofd vol vragen. Richting Calatrava, de ontwerper van Bilbao’s luchthaven.

De golf van Biskaje lijkt als van goud en daar verder liggen de Baskische rotsen en kliffen. Ik denk aan Dirk en zijn recent bezoek aan Kigali, een wereldstad zegt hij. We hebben het over Paul Kagame. Een brutale dictator. Zijn we het over eens. Maar wel een maatschappij zonder plastic zakken en bijna pniemand die rookt. Een nette stad met een schitterende skyline, 4,5 miljoen inwoners en properder dan Brussel voegt Dirk eraan toe. Lijmen na de genocidale schande. Hier liet Pogacar Evenepoel achter op tientallen kilometersvan de finish. Mille Collines. We landen.

De golfslag die Biskaje teistert

Bochten brengen ons naar Bergara en de boerderij van Yves. En naar Nagore. Op een heuvel in ’t mistig land. De eiken balken in de woning verraden ’t verleden al. Eeuwenoud en de traditie, de strijd van ’t Baskische volk, we drinken wijn en gaan vol vragen naar ’t tranendal van Vlaanderen en onze koning, zijn wij nog oprecht? Militant? Is onze Vlaamse leeuw, of zijn onze Rode Duivels, de koers, Vlaamse Ardennen, de wereldkampioenen, is het nog allemaal écht? Onze families hun idealen en schimmige geschiedenis? Acht generaties, kennen wij ze nog? Zijn we softies, gewis geen nazi’s? We zitten in de Sociedad en drinken wat Crianza, we dalen af naar ’t Gentse, en niemand zegt: ik schaam me.

Het Spaans ontbijt, kaixo en eskerrik asko, hola en bedankt, merci. Ik dool even door de eeuwenoude casco viejo van Bergara met een straat boven, straat midden en straat beneden. Kalea’s van een roemrucht verleden. En een kerk als scherprechter tegen de heuvel aan. De kraan doet haar werk. And life goes on.

Dus. Wij de Mini in en scheuren door de bochten van het heuvelend rotsig land. Wij naar Zarautz en langs de golfslag die Biskaje teistert en surfers begeestert naar Getaria, die terechte ster in de Groene Michelin. Wim en ik testen voor het eerst het helder Atlantische water in een baai waar Neptunus wijselijk zwijgt en kinderen spaart. De kerk van de Heilige Redder, San Salvador, staat Schots en scheef tegen de heuvel aangebouwd en kan zelfs intern de strakheid van de zwaartekracht en de rechte lijnen niet aan. Ook het Heilig Tabernakel, Lichaam van Christus, krijgt een plekje niet achter maar naast het altaar. Maar soit, de gotiek en vissersheroiek spat van dit gebouw, de blauwe glasramen kloppen zelfs Chartres in uniciteit. En tevreden wandelen we zonder kruisteken naar buiten richting vermút y croquetas, de volgende bar aan de calle mayor, que kalea. De trauma’s en krachten van onze humanioratijd wisselen van barkruk en bijtijds valt een traan wanneer een oud verwijt een recente wonde heelt. De wangen van de heek smaken vettig prettig en ook de wijn, het dessert met bloedrode vruchten en de café cortado doen hun werk: de zee roept, we moeten verder.

Het schemert vroeg maar in Zumaia ontkom ik niet aan de lokroep van de wilde Baskische golven. Op het sterrenstrand Itzurun met zwart zand omgeven door duistere rotsformaties met scherpe geologische belijning (Flysch) duiken Wim en ik de golven in. Een waar surfersparadijs, stevige golfslag, fysiek geen lachertje maar heerlijk nodig. Dirk, Peter en Yves bekijken het met een strandwandeling vanop afstand. Mijn wereld staat even stil. We eindigen een schone dag op café, leggen wat heftige emoties op tafel, we kijken terug op dat bijzondere laatste jaar in die school aan de Gentse Zilverenberg. We herinneren ons Yves als begenadigd sprinter, ooit Oost-Vlaams kampioen en Dirk berekent dat er in onze provincie evenveel mensen wonen dan in het Baskenland. Kampioen van Euskadi! De superior Coorevits overhandigde een beurscheque voor een atletiekwedstrijd maar kon het geld moeilijk lossen. Anekdote uit de ouwe doos. We lachen, Ik hoop dat Peter een onderling akkefietje tussen twee topkameraden tussen de plooien van de geschiedenis veegt. En we kruipen er vroeg in. Tomorrow is an other day. Agur.

Vroeggotische onderdompeling

Wie zijn wij nu, vijf vaders? Yves is tandarts, hier in Bergara. Na omzwervingen in Manchester, bouwt zijn leven op met Nagore, dol op auto’s, moto’s en reizen. Spreekt Engels, Spaans en Baskisch alsof hij nooit iets anders gedaan heeft. Goed geboerd, zoals ze zeggen. Idem voor Dirk. Omzwervingen in de wereld van pers, banken, marketing en online pionieren maakten van hem de zakenman die ik als 18-jarige al in hem zag. Flamboyant, belezen en ondertussen zowat de hele wereld gezien. Houdt van koers en vrouwelijk schoon. Maar in wezen nog steeds de goedhartige gast waarmee ik in Theux en Sutton Valence op taalkamp zat. Wim noem ik collega want werkt bij de provincie waar ik ook 20 jaar mocht werken aan een klein beetje beter Meetjesland. Zonder Wim meer overstromingsellende en slechter waterbeheer in onze contreien. Bedachtzaam, uitgesproken gezinsman en creatief met huizenbouw, het leggen van vloeren en plafonds. Ik kom nu aan bij Peter, Ysa voor de vrienden. Staat veel dichter bij mijn wereld en mocht de rock ‘n’ roll niet bestaan, was hij door Ysa uitgevonden. Meer krans behoeft goede wijn niet.

De mille collines en groene rotsige ruwe bergkammen van Biskaje keren we de rug toe. We passeren Arcelor Mittal onder de boerderij van Yves en ontdekken dat staal, industrie en momenteel hoogtechnologisch onderzoek Baskenland meer vooruitstreeft dan de andere autonome regio’s van Spanje. We zoeven richting La Rioja en op de grens in Laguardia schenken de oktoberzon en de herfst ons een verbluffend uitzicht van eindeloze wijngaarden met bladeren die rood en geel kleuren, Indian Summer in wijnland. Laguardia bedekt met smalle straatjes een rotspunt en op de Plaza Mayor dansen drie poppetjes bij klokslag twaalf uur. Wat mij treft is de Iglesia Santa Maria de los Reyes en het vroeggotische portiek uit de 13de eeuw dat nog steeds de kleuren draagt uit de 16de eeuw. Het tafereel aan het sterfbed van de Maagd staat gebrandmerkt op mijn netvlies, evenals haar opneming in de Hemel, gade geslagen door de koningen van Navarra die van de zijkant rechts hun ogen richten op het hele verhaal. In de hele kerk keert die verhaalkracht terug tot en met een kerststal die jaarlijks tot leven kan worden gebracht met bewegende figuren. Over de middag eten we in de bodega Bai Gorri, een bekende Riojawijn, midden de architectuur van Iñaki Aspiazulza. In diezelfde vallei ook Calatrava en Gehry manifest aanwezig. Goed gewijnboerd hier. Lol trappend en Dirk luid aangemoedigend rijden we richting Vitoria-Gasteiz. De rede en voorzichtigheid beschemt onze openstaande ziel.

Eigenaardig genoeg blijkt Laguardia maar een voorbode in vroeggotische onderdompeling. De kathedraal van Vitoria-Gasteiz stond begin de jaren negentig op instorten. Ingenieurs, architecten, archeologen en historici gooiden zich op de redding van een gewisse dood. Onze tocht door de catacomben en kleine gangetjes in en om de kathedraal, ooit stadsmuur, is een avontuur om niet meer te vergeten. Het bezoek eindigt bij een nog spectaculairder portiek als dat in de voormiddag, alleen zijn hier de kleuren weg. Afgeschuurd tijdens de jaren zestig, wat een ramp. Een heel precieze reconstructie met kunstlicht geeft ons een idee: we aanschouwen een klein mirakel, zo moet het geweest zijn. We dolen richting Mini Cooper in een duistere stad langs 14de eeuwse stadsmuren en panden tot Spaanse glorie in de 17de en 18de eeuw. Ik wandel
mee met Eva García Sáenz de Urturi, ik voel wat zij schrijft.

Met de wet op behoud van gedoe en de effecten van cognitieve dissonantie die Dirk op ons ontbijtbord legt, stillen we onze Baskische honger heel dicht bij Frankrijk. We zien de kust van Hendaye en Biarritz blinken en trachten te parkeren in een voormalige walvisvaardershaven. We bezoeken de Albaola Itsas Kultur Faktoria waar de 16de eeuwse boot San Juan opnieuw tot leven wordt gewekt, tot voor kort vindbaar op de zeebodem nabij het Canadese Newfoundland, want tot daar waagden de Basken zich op zoek naar baleinen. Een schitterende ervaring, een werkplek waar schooljongens, vrijwilligers, wetenschappers, vrijwilligersbegeleiders én mensen die zich willen reïntegreren in de maatschappij bouwen aan één doel: de jacht op baleinen denkbeeldig opnieuw overdoen en de wateren van Newfoundland bereiken. Beetje Huysmanhoeve, jarenlang mijn werkplek in Eeklo, en onze droom om de lemmerhengst BOU8, trots van de Boekhoutse garnaalvisserij, te doen herleven. Behoud van gedoe! Heerlijk.

We wisten toch nog niet dat de avond zou eindigen met cañas en marianitos in een wel heel Baskische jeugdclub met een WC vol anarchistische, opruiende, volknationalistische ‘afplakkers’ die niets aan het toeval overlaten. De Basken zijn militant, activistisch en ge hebt er maar vijf nodig om voor zes ruzie te maken. We leren bij. In de namiddag waren we van de 16de eeuwse San Juan verder gereden richting San Sebastian, deze keer vanuit een andere invalshoek dan vele jaren geleden. De Jaizkibel zagen we maar van ver opdoemen en deze keer overschouwen we de Concha, het majestueuze strand in de vorm van een schelp, vanop het andere heuveltje. Zwemmen naar het eiland van hier is haalbaar.

Guggenheim

In een wip staan we ’s morgens in Bilbao, na een bochtige racebaan richting Westen. We maken een ommetje om van ver Guggenheim te ontwaren. De blinkende titanium-platen, allemaal heel lichtjes geblutst, doen hun werk en blinken in de zon. Gehry drukt een stempel maar overheerst Bilbao niet. De truuk met de wereldberoemde architectuur is gelukt in deze stad. Na de industriële val, bracht dit, en de opkuis van de Casco Viejo, reconversie. Binnen trek ik rond met Peter en grapjes makend genieten we van de hedendaagse kunst. Warhol, Kiefer en Roy Lichtenstein zijn hoogtepunten. Buiten staart de bloemige hond van Jeff Koons in de verte. Daarvoor moeten mensen naar Baskenland komen, no doubt. In afwachting van het vliegtuig van Dirk, Peter en Wim kuieren we door de oude stad en stappen we een hoedenzaak binnen waar we getrakteerd worden op een Xapela, de typische Baskische baret.

Met onze nieuwe tooi zoeven we naar Calatrava, luchthaven. België wacht en een dag later staat Wim al op één van zijn gezinswerven gyproc te bepleisteren. Zelf blijf ik nog even in Noord-Iberië. Nagore en Yves wandelen met mij door het impressionante domein van de boerderij en we rapen kastanjes, zonder ironie: een avontuurlijke klus. We wandelen de heuvel op en aanschouwen nog vijf grote huizen, de buren. Een lokale natuurvereniging herbebost de heuvel op terreinen van Yves, deels ook een educatief project.
In de namiddag bezoeken we nog het prachtig gelegen universiteitstadje Oñati waar we duidelijk observeren dat de Guardia Civil niet welkom is, de aanwezigheid van een kazerne is er een doorn in het oog en dat maken de Basken graag duidelijk met spandoeken en graffiti. Van hier gaat het richting Arantzazu, het regionale Lourdes waar Maria aan een herder verscheen in de meidoornstruiken. Ik moet meteen aan Eeklo denken waar Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn ook steeds maar terugkeerde in een meidoornstruik en waar nu een klooster tot één van de grootste scholen van het Meetjesland is uitgegroeid. De kunstenaars Lucio Muñoz en Xabier Alvarez de Eulate (glasramen) hebben prachtig werk geleverd, een staaltje sterke hedendaagse architectuur alweer, ter ere van de allerhoogste. We eindigen de tocht in een leeg café en drinken een caña. Maar er moet wel een cunning plan achter zitten van Yves want plotseling verschijnt er voetbal op TV: Athletic-Real Sociedad, Bilbo tegen Donostia, de derby. De match is nog niet bezig of het kafaat zit vol. We zetten, samen met Nagore, de kroegentocht verder en genieten van copas en pintxos. De nacht valt. De kermis gaat gewoon door. Vaarwel Baskenland.

Voor Nagore en Yves

Ik noem jou Cariño
Al ken ik jou niet
daar, op die Zilveren Berg
Zoekend naar antwoorden
Over vroeger en vandaag
Al ken ik jou niet
Deze reis gaat over vriendschap in het land van mysterie met een taal van ergens uit het heelal
Ik wil jou bedanken Nagore
Al ken ik jou niet
Voor de Iberische gastvrijheid en het percipiëren van onze innerlijke strijd
Ik kijk diep in jouw ogen
Ik schud jou de handen
En leg mijn hand op jouw schouder
Je bent er voor ons, Nagore
Al ken je ons niet

Para Nagore e Yves.

Te llamo Cariño,
aunque no te conozco,
allí, en esa Montaña Plateada,
buscando respuestas
sobre el pasado y el presente,
aunque no te conozco.
Este viaje trata sobre la amistad en la tierra del misterio, con un idioma procedente de algún lugar del universo.
Quiero darte las gracias, Nagore,
Aunque no te conozco
Por la hospitalidad ibérica y por percibir nuestra lucha interior
Te miro profundamente a los ojos
Te estrecho la mano
Y pongo mi mano sobre tu hombro
Estás ahí para nosotros, Nagore
Aunque no nos conozcas

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *