De magie van het podium

N9-bezieler Jan De Boever en muzikale duizendpoot Geert Faes: “Is muziek niet belangrijker dan eten?”

Op het moment dat ik voor de N9 Fabriek sta, komt Geert Faes aangefietst. Met N9-bezieler Jan De Boever en muzikale duizendpoot Geert Faes wil ik de ‘Eeklose scene’, als dat al zou bestaan, in één lang gesprek vatten. Zij hebben aan popmuziek een podium gegeven in deze kleine textielstad. Beiden zijn gedreven mensen, aangename babbelaars, gepassioneerd door muziek en terecht trots op wat ze qua ‘legacy’ hebben achtergelaten. N9 Fabriek is gezeteld in de oude fietsenfabriek ‘Pola’, in de Molenstraat. Een beschermd monument. Het gebouw ademt Art Déco. Maar ook de ziel van N9 als muziek- en kunstencentrum. Een fabriek van creativiteit. Omgeven door schoonheid. Een muziekclub met waarde voor heel Vlaanderen. Maar maak ze dat maar eens wijs, ginder in de cultuurcenakels van Brussel en Antwerpen.

Dead or Alive
“Zal ik beginnen?”, oppert Jan De Boever. “Ik ben de oudste.” Gelach. Geert laat de eer graag aan Jan. “Eeklo heeft al heel lang een jeugdhuis. Er was er één in de Raamstraat, waar nu de parking rechtover de kleine Delhaize is. Dit is van voor mijn tijd, maar ik heb foto’s gezien van mijn ouders als dansend koppel, verkleed als The Beatles. Mijn ouders zijn nu 80 jaar. Ik heb het over The Estacados, een Eekloos balorkest, en Eli Prins die toen als zanger en discjockey furore maakte begin de jaren zestig. Dat was allemaal nog heel braaf, hoor. Mainstream sixties pop. Het vroegste ‘andere’ geluid brengt me terug naar de vroege jaren zeventig met Dead Or Alive, de band van Pierre Van Glabeke. Een metalband die relatief veel succes had. Ik herinner me nog dat we daar een optreden gingen van bekijken in Oostende. En ik herinner me ook een incident met een emmer water die naar de groep werd gegooid omdat het allemaal nogal stevig en luid was. Dat was echt een groep die ‘het balorkest’ oversteeg.” Dead or Alive doet ook bij Geert Faes en mezelf een belletje rinkelen. Die hebben meer dan dertig jaar bestaan. Mijn eigen coiffeur Tony Meiresonne uit Sleidinge was er jarenlang vaste drummer. Geert Faes knikt. “Ik herinner me een optreden van Dead Or Alive op de Zandstraatkermis, vele jaren later dan waar Jan over spreekt, hoor. Die mannen hadden werkelijk een muur van Marshallversterkers meegebracht. Ik had dat nog nooit gezien. Waanzin.” En in dezelfde periode herinnert Jan De Boever zich de band Hoabinh, genoemd naar een provincie in Vietnam. “Het was de periode van de Vietnamoorlog. Die kerels waren nog een stuk harder dan Dead Or Alive. De cafébaas van De Walrus speelde bij Hoabinh. Deze band heeft zelfs nog de affiche van Jazz Bilzen gehaald.”

Lunatique
Het eerste Eeklose jeugdhuis waar Jan De Boever bij betrokken was, heette ‘Gamma’. “In het noodkerkje aan de Oostveldstraat. Beukenhof (gesticht in 1972) bestond ook al, maar dat vonden wij te mainstream en te commercieel. In ‘Gamma’ zat echt het alternatieve volkje uit de streek. Wij luisterden naar Led Zeppelin, The Doors en Jimi Hendrix. De onderpastoor, die nogal een stijve hark was, maar toch ‘dicht bij de jeugd wou zijn’ moest letterlijk over de benen van de langharigen stappen om tot bij de toog te geraken. Op de plek waar nu de stedelijke sporthal staat, had je vroeger ‘heuvels’. De eerste wietgebruikers gingen op die heuvels hun joints gaan smoren. Het is dan ook de B.O.B. (Bijzondere Opsporingsbrigade van de toenmalige Rijkswacht) die een vroegtijdig einde heeft gemaakt aan Gamma. “ Daarna volgde Rivendel, genoemd naar een locatie uit het boek ‘In de ban van de Ring’ (Tolkien). “De toen relatief onbekende Urbanus heeft er nog opgetreden”, zegt Jan.”Ik herinner me ook nog een playbackshow waarbij de jury met rotte tomaten mocht gooien naar de kandidaten. Maar ook dat verhaal duurde niet zo lang. Ik ben daar vrij vroeg uitgetrokken. Er waren in die tijd wel de Piccolofeesten die groot succes hadden in Eeklo en onder andere Raymond van het Groenewoud op hun affiche hadden staan. En er was het Beukenhof. En het eeuwige Kabouterken op de Markt. Maar ik zocht het op dat moment liever elders. In ’t Kot in Bassevelde en in Oemtata Ertvelde gebeurden interessante dingen. In 1979 hebben we dan de Lunatique in Eeklo opgericht, waaruit De Media en later N9 is ontstaan. In de Lunatique hadden we zo’n beetje onze huisbands. Onder andere Vibø. Die hebben wel relatief succes gekend met een 12” plaat. Ik denk dat ze in die tijd toch 1500 exemplaren verkochten, lang niet slecht. Zij werden als ‘coldwave’-groep bestempeld. Patrick Bastien van Vibø is hier nog steeds geluidsman bij N9. Nog twee bands uit die tijd: The Bite en Ego.”
En het is tijd voor bekentenissen want ook Jan De Boever zelf heeft nog gezongen. “Bij Le Grand Massacre en Het Antwoord. In die laatste groep speelde Jan met Hendrik Braeckman, later (en nog steeds) een heel goed jazzmuzikant. Ik heb er nog cassettes van, maar die blijven achter slot en grendel”, lacht Jan. “We hebben zelfs de Rock Rally gehaald maar na de preselectie heeft de recensie in de Humo onze groepsgeest weinig deugd gedaan. En toen zijn we ermee gestopt.” Een klassieker, dit verhaal. Veel bands breken hun tanden stuk op de preselectie of halve finale van Humo’s Rock Rally. Met splitten tot gevolg. Wie had ooit gedacht dat zelfs Jan De Boever deze beproeving moest doorstaan?

De Media
En toen ontstond De Media. “In de new wave-periode konden we niet concurreren met de dancing Meton die new wavers van heinde en verre naar Eeklo lokte. Jongeren lieten de Lunatique links liggen. Met De Media schakelden we een tandje hoger en wilden we als muziekclub vooral kwaliteit brengen, iets ‘anders’. Zo is de programmatiepolitiek van De Media/N9 gebleven, tot op de dag van vandaag.” Geert Faes herinnert zich de tijd van de Meton niet zo goed meer. “Wat ik wel weet is dat er in die periode in het Beukenhof vaak gevochten werd en dat de sfeer daar echt niet fijn was. Zo ben ik vrij vroeg De Media gaan opzoeken en ben ik er medewerker geworden. De P.A.-cursus vond ik super. Ik vind dat die cursus iets is wat iedere muziekliefhebber zou moeten volgen. Om ‘de stiel’ te leren, deden wij het geluid van Kremlin Cowboys en Sigmund Und Sein Freund. Kremlin Cowboys met Eeklonaar Marnix Calsyn (later bassist van Soapstone). En Sigmund Und Sein Freund, een band uit het Tieltse met Kris Belaen in wiens CCR Studio in Zulte ik nog regelmatig opgenomen heb met Frank & The Face. Kleine wereld. ”
Jan De Boever fleurt op: “Sigmund Und Sein Freund die waren bekend bij een klein segment muziekliefhebbers. Maar wel over heel de wereld. Het wereldje zit soms heel raar in elkaar.”

Ze Noiz en Kremlin Cowboys
“Trouwens, over Kremlin Cowboys gesproken”, vult Jan De Boever aan. “Toch wel een band met een Eeklose link die een beetje als huisband van De Media fungeerde. Zij zijn er in geslaagd om op tournee te gaan in de voormalige U.S.S.R. Dat was een knappe prestatie. Zij genoten een stevige reputatie.” Waarmee we meteen bij Ze Noiz belanden. Toch wel dé Eeklose rocknaam, niet? “Mee eens”, knikt Jan De Boever. Ik loof meteen de kwaliteiten van zanger Bart Van Den Bossche die op een podium kon betoveren.
“Ja”, beaamt Geert. “Ik weet dat ik als jong gastje voor ’t Vincentje, schoolblad van het college, superfier was dat ik Ze Noiz mocht interviewen. Bart Van Den Bossche schuwde toen al, ook in andere media, de controverse niet. Maar ik herinner me toch ook het fenomenale geluid van gitarist Frank Haelman (Zaman). Super was dat. Zijn neefje, Elia De Mey, ook familie van Frank De Mey waarmee ik Frank & The Face vormde, speelt bijna met identiek geluid in zijn groepje Novis. Eigenaardig, hé? Het zal in de familie zitten, zeker?”

Talent van hier

Nochtans genoot De Media en ook het huidige N9 de reputatie om de lat voor lokale en regionale groepen heel hoog te leggen. Jan De Boever voelde de vraag aankomen en ontkent ze niet. “Wij hebben met De Media en N9 de lat steeds hoog gelegd. Dit om niet meer in de situatie te komen waarbij we plots leeg komen te staan zoals de Lunatique overkwam toen de Meton furore begon te maken. We brengen andere muziek, hoge kwaliteit en mikken daarmee op een publiek dat we niet zomaar kwijt geraken. Bovendien zijn wij als muziekclub afhankelijk van het ‘Kunstendecreet’, wat wil zeggen dat wij met professionele kunstenaars moeten werken. Het hebben van een CD of LP bijvoorbeeld is bij ons al een voorwaarde. Wij hebben ook periodes gekend dat wij groepen als Luna Twist met Dirk Blanchart gewoon niet meer konden betalen, ten opzichte van Britse en Amerikaanse acts die we konden binnenhalen. Arbeid Adelt hebben we net op tijd kunnen strikken, aan een doenbare prijs. Maar dat was in volle Belpop-periode tijdens de jaren tachtig niet altijd evident. Daarna is de Belgische rockscene een beetje teruggezakt en in de nieuwe hoogdagen hadden we te maken met zware concurrentie in het Beukenhof waar Won Ton Ton, Tröckener Kecks, Gorki, The Scene en ook dEUS kwam spelen. dEUS hebben we niet kunnen strikken. Ik ben er zelfs nog voor uitgelachen geweest door de mensen van het toenmalige Beukenhof. Ze zouden ons uit de markt knikkeren.” Kleine stilte. “De ironie wil wel dat we later gefusioneerd zijn en dat ik nu in het bezit ben van een deel van het archief van Beukenhof. Ik ben de bezitter van de affiche en het papieren contract van 15000 Belgische frank voor het optreden van dEUS in Eeklo.” Jan treurt niet langer om het rateren van dEUS. “Ik denk dat er in De Media en de N9 voldoende schitterende namen hebben gestaan, om daar niet langer bij stil te staan.” We doen onze ogen dicht en we zien ze passeren: Ojos de Brujo, Batmobile, Habib Koité, Fatal Flowers, Green on Red, Gabriel Rios, Baloji, Isbells, Amatorski, het beste wat wereldmuziek te bieden heeft, de meest obscure maar legendarische blueshelden, te veel om op te noemen en te gevaarlijk om er veel te vergeten. De muziekverzameling van Jan De Boever is dan ook ronduit indrukwekkend: elpees, CD’s, cassettes, affiches, contracten, noem maar op. In N9 fabriek heeft hij, in zijn woning, een eigen Museum Of Pop. Aan geïnteresseerde muziekliefhebbers wil hij die verzameling graag, met uitleg van Jan zelf, open stellen. Een project dat langzaam maar zeker van start gaat. Er wordt ook een ‘art nouveau’-overnachting in Shamon Hotel aan gekoppeld en een concert in N9 Villa. Arts N.D.P. heet dat project. Art nouveau (in Shamon), art deco (in N9 Fabriek) en Pop Art (in Museum of Pop). Een leuk idee om de streek eens ‘anders’ te leren kennen.

Frank & The Face
Nog een naam die we in Eeklo vaak zien passeren: Frank De Mey, ooit gestart met Dirk Dhaenens van Derek & The Dirt in het project Cannes-A-Cher. Ook zijn nazaten spelen nu in groepjes. “In Eeklo weten weinig mensen dat, maar wij lagen met Frank & The Face wel een paar jaar onder contract bij Universal. Schitterende tijd gehad”, vertelt Geert Faes. Hij tovert enkele singles en CD’s op tafel. De eerste single trekt meteen mijn aandacht. ‘My baby she’s all right’ van Ze Noiz. Mijn hart smelt. Maar ook bij Reno, Frank & The Face, Combo Caliente, Crussh en The Bite (met de Waarschootse kunstenaar Koenraad Geeraard) duiken interessante namen op. Peter De Zutter, uiteraard. “Supertalent, helaas nooit doorgebroken”, zegt Geert. Marc Hauwe, drummer en ook bekend als leraar bij de rijschool. “Speelde bij Reno en Ace & The Jokers. Klasse. Had een heel opvallende drum ook.” Geert voegt er ook nog Flip Lebrun en de band Illusion aan toe. “Ook de radio gehaald.” Een heel stuk Eeklose rockgeschiedenis in enkele platen, enkele singles. “Vaak is het niet gemakkelijk om vanuit onze streek ook Gent en de rest van Vlaanderen te overtuigen. Met Frank & The Face haalden we Donna en Radio 2. Puur qua luistercijfers zou je daarmee heel tevreden moeten zijn. Maar toch had ik ergens altijd de stille hoop om ook StuBru en de Humo te halen. Raar, hé?” Er passeren nog namen de revue. Lize Accoe, David Van Belleghem, Jan Van Vooren, Hans Van Oost, … “We mogen ook Eden niet vergeten. Nationale hits gescoord”, zegt Jan De Boever.
“Ik heb ze nog weten starten met The Sugar Brides. Ik heb toen nog aan de piepjonge Roos Van Acker gezegd dat ze bij ons presentatietechnieken mocht komen volgen. ‘Echt?’, had ze gevraagd. Het was natuurlijk een grapje. Maar Roos presenteert nu wel op TV en Radio.” Toch was het voor allen hetzelfde: Gent overwinnen en dan Vlaanderen veroveren.

Rock Rally
Alleen Ze Noiz is daar los overgevlogen. “Inderdaad, die hebben in geen tijd de top in Vlaanderen gehaald. De Rock Rally gewonnen. Dat helpt”, voegt Jan De Boever toe. De Media/N9 ontvangt al jaren Humo’s Rock Rally bij de preselecties. “We zitten daar in een bestand en we doen het blijkbaar goed. Op ‘onze’ preselectie passeerde onder andere Das Pop en ook Lalalover. We kunnen niet klagen.” De Media/N9 heeft een naam die klinkt als een bel in Vlaanderen. Onder andere ook door de geluidstechnieken en de rol van Jan De Boever in het Clubcircuit. “Als zeventienjarige was Amsterdam mijn hemel” vertelt Jan De Boever. “Ik ging daar toen naartoe met mijn vriend Marc De Bel, de schrijver. Ik vertelde mijn ouders dat ik bij hem gingen slapen en hij het omgekeerde aan zijn ouders. En we gingen naar Amsterdam. Verschillende keren. We bezochten er Paradiso en De Melkweg. Toen heb ik gedacht: in zo’n club werken moet een droomjob zijn. Ondertussen weet ik dat het keihard knokken is. Maar het heeft inderdaad wel wat respect teweeg gebracht. Onder andere ons systeem van de P.A.-teams waarbij we één professional (Patrick Bastien), enkele ervaren vrijwilligers en mensen in opleiding combineerden. Als ze nu in de AB vragen waar de klankman vandaan komt en het antwoord is Eeklo, dan zijn ze daar gerust. Dat is echt niet om te ‘stoefen’ of zo. Maar we hebben door onze cursus P.A. hier al enkele heel goede geluidstechniekers gevormd, ik denk maar aan Kurt Van Tomme of aan Peter Van De Veire (die van Eeklo, niet die van radio/TV/Waarschoot).”

Drijfveer
Geert Faes kon bij N9 zijn eerste stapjes zetten richting muziek. Hij presenteert op AVS. En hij is de drijvende kracht achter vzw Bakfiets met wie hij samen met N9 en de cultuurdienst van de Stad Eeklo ook het jaarlijkse Herbakkersfestival programmeert. ”Wie is het die zei dat muziek belangrijker is dan eten? Ik heb het geluk gehad om zowel in de media (AVS), als muzikant en als organisator dit te kunnen meemaken. Ik ben ook erfelijk belast want ik kom uit een familie van beroepsmuzikanten. Mijn overgrootvader speelde bij de Opera van Antwerpen. Het zit als het ware in mijn bloed. Mijn drijfveer is om iets op dat podium te kunnen brengen voor de mensen. Om iets vast te leggen in een opname voor de eeuwigheid als het ware. Dat is fantastisch om dan je eigen nummer op de radio te horen. Of andere muzikanten te zien genieten van wat ze brengen. En het publiek zien genieten. Daarvoor doen we het toch allemaal?”

(uit het boek ‘Cirque Constance’s Rock ‘n’ roll Niemandsland’, 2012, tekst Bart Van Damme, productie Tim Bottelberghe, artwork Jos Notteboom, fotografie Dominiek Claeys, eindredactie Pablo Smet)

Ter nagedachtenis van Geert Faes die ons in december 2025 verlaten heeft, RIP. Wat een held!