Het hoofd in de wolken

“Een spiegel, een festijn”

Mijn hoofd in de wolken. Ik dwaal. Ik vlieg. Als een adelaar. Zo voel ik me de laatste tijd. Ik ben er niet altijd bij. Instant triest en gekwetst maar ter gelijker tijd zwevend in de fantasiewereld waar ik me thuis voel. De Bourgondiërs in Vlaanderen. In de Huysmanhoeve, waar ik bijna dagelijks vertoef, heeft de Eeklose kunstenaar-ambachtsman Joris Vroye, die naam alleen al, de Pleuranten nagemaakt die in de Bourgondische hoofdstad Dijon het graf sieren van Jan Zonder Vrees. Hij is de Graaf Jan van de gelijknamige dijk die door de Meetjeslandse polders snijdt als robuust schild tegen de woeste wateren van de Honte, die eeuwenoude Scheldemond die ons voedt en ons pijnigt.

Klederen aan

Woensdagavond moest ik met de deerne even op pad om uit te blazen van het agressieve mailverkeer, het pestgedrag en machtspelletjes waar iedereen wel al eens mee geconfronteerd wordt in zijn leven. Gelukkig zijn er rondom mij ook veel beschermende armen en opbeurende woordjes die mij het trieste bestaan van sommigen leren relativeren. We zaten in het strandhuis Puur in Groede, met al onze klederen aan, te turen richting Vlissingen en Walcheren. En om de haverklap passeerde een oceaanreus ons blikveld. Op elke boot een ander verhaal, een andere vlag die de lading dekt, mensen die reizen om te werken en om te leren, havens die in- en uitademen. Een lekker bordje skrei, een portie frietjes en een gemberthee later zakten we via Watervliet opnieuw naar ’t Vlaanderenland af om te bekomen. Ik nam een boek ter hand en op de kaft stond ‘Margriete’ geschreven, de voornaam van mijn grootmoeder. Telkens ik het woord of de bloem zie, moet ik aan haar denken.

Margriete

En ze was al twee decennia heengegaan toen ik nu al bijna acht jaar geleden op de vooravond van het overlijden van mijn vader haar in een droom, als levensecht, gesproken heb. Voorwaar ik zeg u, toeval bestaat niet. Want ik kon die nacht niet weten dat ik daags nadien afscheid zou moeten nemen van mijn vader. “Ik zie ze lachen in de wolken, een spiegel, een festijn. Maar ’s avonds hoor ik ze roepen, krijsen in de woestijn”, zing ik ergens. En het is waar, het verleden achtervolgt ons. Vandaar mijn adoratie voor die Bourgondiërs. In het boek ‘Margriete’ laat schrijfster Kathleen Vereecken me kennis maken met de wereld achter het Lam Gods, waar ik nog niet zo lang geleden met mijn partner-in-crime Peter Ysabie stond naar te kijken en Peter met grote gebaren niet alleen mij maar ook omstaanders kennis liet maken met het belang van Joos Vijd en diens madam Lysbette Borluut.

Wissekerke

Vijd is een naam als een klok in Beveren, het Zoete Waasland waar ik tegenwoordig al eens vertoef en één van die plekken is waar beschermende armen en opbeurende woordjes de dag vooruit helpen. Zo leerde ik Kasteel Wissekerke kennen en het dorpje Bazel. Ik wandelde vroeger al eens in de polders van Kruibeke. Na tweehonderd meter zag ik een ree en ik voelde me meteen thuis want tegenwoordig gaat er geen dag voorbij of vlakbij waar ik woon, spot ik reeën, buizerds en laatst zelfs een prachtige egel in mijn tuin. Dan ben ik nog meer in de wolken dan daarvoor. Het is heerlijk om daar te wezen. Maar ik placht er niet te veel naar te snakken, want dààr komen ongelukken van.

Foto: Joyce Verdonck