Margriet prachtige bloem (deel 2) En dan naar Marche-en-Famenne

“Geen harmonie als het klikken zonder botsen is”

Geen vrede zonder een heel klein beetje oorlog, zingt Meuris al eeuwen. Met Georges en Walter moet Peetjens oogappel Margriet Van Renterghem één van de weinigen geweest zijn die nog van het bestaan van Hilda von Siegesar afwist na de oorlog. Hilda, de onechte dochter van Harald, die uiteindelijk ook zijn erfenis kon claimen, zijn geestelijk erfgoed zowel als zijn centjes. Margriet had nog de wieg geduwd van Arsène Van Damme en heel zeker die van Hilda von Siegesar. Als tiener kon deze jonge madam al eens een knipoog of een centje bijverdienen door eens op de kinderen van buren in de Weststraat te letten. Als jong kind had ze geen idee van de dorpsintrige die schuilging achter de onschuld van een baby in de wieg. Later zouden verhalen mythes en sagen worden en kreeg Margriet als volwassen vrouw lucht van wie Hilda werkelijk was. Dat kind dat toen niet de naam von Siegesar droeg, maar wel de voornaam Hilda. Dat kind ontmoette Margriet op een zomerse dag ergens tijdens de jaren zeventig in Marche-en-Famenne waar houtzagerij Cornelis bossen kocht en waarmee ze als stammoeder en boekhoudster dus rechtstreeks in contact kwam.

Poolse edelman

In een dorpje vlakbij Marche, Heure, had een familie een pied-à-terre om zaken te kunnen doen met de lokale boshandelaars. Monsieur Liégeois regelde er de zaken en regelmatig ter plaatse gaan, bevorderde welvaart en vooruitgang. Het China van toen lag in de Ardennen voor de Vlaamse zakenvrouw. In Marche-en-Famenne was een vrouw het dialect van de familie opgevallen. En in een intiem gesprek tussen nonkels en tantes viel het woord Weststroade waarop Hilda als wildvreemde voorbijganger had ingepikt. Het leidde tot een gesprek over Sleidinge en haar verleden. Over Harald von Siegesar. Over het huis met de toren. En nu wil toeval dat Hilda von Siegesar al enkele jaren getrouwd was met een Poolse edelman en woonde in Rue de Givet in Heure. Recht tegenover de pied-à-terre van de familie Cornelis-Van Renterghem, tussen de dorpjes Netinne en Baillonville. Toeval bestaat niet. Of toch? In ieder geval volgden regelmatig ontmoetingen tussen Margriet en Hilda. Het moeizame opzoekingswerk van Walter Verplaetse om meer over de Von Siegesars te weten, werd daar tijdens gezellige salonontmoetingen teniet gedaan. Margriet Van Renterghem wist alles. Maar niemand zou ooit inzage krijgen in deze geheimen. In Hilda’s zwerftocht door Europa en haar getormenteerde ziel, gekwetst door een oorlog die ze niet meemaakte en een andere oorlog die ze aan den lijve moest ondervinden. En quasi alle andere conflicten die sinds Churchill ons continent teisterden. Want als Hilda reisde, vond ze geweld op haar pad. En Margriet Van Renterghem nam als luisteraar van sterke verhalen dit allemaal mee in het graf.