Waterlander(s) in een Woeste(n) zee die overstroomt, geluidsgolven uit Eeklo/Evergem

Een artikel op www.meetjeslandsmuziekplatform.be

Door recensent Johan Engels, bekend van Vanoverdijzers en Noloxbox, ooit bij Reno, Ace & The Jokers and many more.

Ik weet nog precies waar ik was en wat ik aan het doen was toen ik voor het eerst Blauw van The Scene hoorde op Studio Brussel. Het was begin het jaar 1990.

Ik was aan het werk in een leefgroep van personen met een verstandelijke beperking. Eén van de gasten, verzot op Nederlandstalige muziek, had het refrein tegen het einde van de song al helemaal mee. Het was een verademing na de overdaad Daar gaat ze  (er gingen er een paar…) Anne, Louise, Marie-Lou en Domino (of zo) van Clouseau (waarmee ik niet wil zeggen dat ik deze band niet waardeer, maar ‘trop is teveel’).

Naast haar verstandelijke beperking had ze ook een motorische: ze zat aan een rolstoel gekluisterd wegens spasticiteit van spieren over haar hele lichaam. The Scene werd die dag een aantal keren gedraaid. Ze zat er om den duur op te wachten en sprong bijna uit haar stoel toen ze de beginnoten hoorde, haar hoofd wild achterover gooiend en mijn naam roepend als ik elders in de leefgroep vertoefde. De eerste keer kwam ik aangerend, want ik dacht dat er iets was gebeurd. Ze zat echter intens gelukkig te lachen en maakte me in horten en stoten duidelijk hoe graag ze het liedje hoorde. Gecharmeerd door haar enthousiasme kocht ik diezelfde dag nog het album Blauw.

Ik werd uit mijn sokken geblazen toen ik het opzette thuis. Wat was me dat een kanjer van een album! Het eerdere Rij Rij Rij had ik wel al eens gehoord, maar vond het niet zo indrukwekkend. Het Nederlandstalige genre is sowieso iets wat ik pas op latere leeftijd heb leren appreciëren (op uitzondering van Doe Maar dan). Ik kan de keren dat we samen haar versie op cassette hebben afgespeeld tijdens de verzorging niet optellen. Het werd een soort ritueel, de collega’s wisten meteen wie er op dienst stond, ook al hadden ze me nog nergens gezien.

Het Vlaamse antwoord liet niet echt lang op zich wachten: Noordkaap en Gorky kwamen datzelfde jaar als absolute overwinnaars uit de Rock Rally. Voor de effectieve winnaar (Noordkaap) voelde ik minder emoties dan bij die andere, de Vlaamse rockgod Luc De Vos die zich openbaarde en nog wel heel dicht uit onze streek kwam. Er kletterden nu twee platen door de gangen van de voorziening waar ik tewerkgesteld was, twee classic albums van de Lage Landen.

Ik had het genoegen om de man van Wippelgem verschillende keren te ontmoeten. Op en naast het podium, gewoon in Gent of ergens tussen de drek van één of ander festival. Hij en ik bleven er gewoon onder, het leek wel een vriend. Maar het zou té veel eer zijn om daar van uit te gaan: Luc was iedereens vriend. De helft van Vlaanderen kan er persoonlijke anekdotes over vertellen. Dus laten we die maar koesteren voor wat ze zijn: deel van zijn overlevering.

Dankzij zijn artistieke prestaties en die van een handvol anderen, kreeg de Nederlandse/Vlaamse taal een nieuw elan. De puurheid van het genre rukte onze moerstaal weg van het stigma dat ze enkel geschikt was voor het levenslied, kleinkunst en andere lichtere varianten. Onbedoeld waarschijnlijk, maar het werd zelfs een soort tegenwicht voor de opkomende grunge in dezelfde jaren. Misschien lagen deze bands wel mee aan de grondslag van de ruimte die er kwam voor Belgische rockbands die ineens wél weer op de radio kwamen en op grote festivals mochten aantreden. Het zal wel het samenspel van factoren geweest zijn, de tijd was er rijp voor. Ze noemden ons niet voor niets Generation X.

Neder-rock werd iets poëtisch. Ze gingen niet langer meer oe-oehoe-oe hoerendhard. Neen, ze noemden hun lief een verscheurende piranha en predikten een heel klein beetje oorlog als optie voor de oplossing van wereldproblemen. Maar het genre legde de duimen bij ‘de grote massa’. Er kwam verdeeldheid. Rock is gebleven, maar moest terrein inboeten voor Dance, Techno en andere elektronische genres. Rock-festivals werden een allegaartje dat vijfentwintig jaar later zelfs Justin Bieber op een festival als Pinkpop toelaat. Verjonging van het publiek noemen ze dat.

De dood van Luc De Vos en Thé Lau heeft een bres geslagen tussen ons (die het allemaal van dichtbij hebben meegemaakt) en de komende generaties. Een kloof die ‘zij die het weten’ enkel kunnen vullen met herinneringen en mijmeringen aan die boeiende, woelige, soms ontroerende tijden. Iets zoals de gapende geul tussen het pré- en posttijdperk van Elvis, waar ik als kind in de jaren 70 ook slechts over hoorde vertellen. Ja, hij ging dood in 1977. Ik weet daar ook nog van. Ik heb zijn muziek toen leren kennen, maar kan me tot op de dag van vandaag geen voorstelling maken van het waarom dat tienermeisjes appelflauwtes kregen als hij zijn heupen wiegde.

En dan, net als je zelf al vader bent in en van de huidige generatie, net als de eerste: ‘je wordt ouder pa’ te horen krijgt, schenkt Woesten ons een werkstuk dat in één beweging de puurheid van Nederlandstalige rock terugbrengt zonder één enkel compromis. Een plaat die mij als veertiger ineens doet beseffen dat mijn hart nog steeds klopt als toen. Een ontmoeting met een oude vriend die slechts enkele minuten nodig heeft om me mentaal en emotioneel terug te brengen, daar waar de wegen ooit scheidden. ‘Waterlander’ schetst in een paar doordachte lijnen de kern van onze generatie (al vermoed ik eerder dat het spontaan kwam omdat drie van de vier makers als veertigers zijn blijven steken… waarvoor niets dan respect) en maakt die opnieuw brandend actueel in negen hoofdstukken. Vlaanderen is er een classic-album rijker op geworden. De kloof is voortaan (een) gedicht.

Aan de jeugd van vandaag: je hoeft het niet langer te stellen met anekdotes, je krijgt de kans om het real-time aan de lijve ondervinden hoe het voelt om deel te zijn van Generation X. Aan hen die er toen bij waren: dit is meer dan een potje nostalgie. Vergeet die midlife-crisis, alles is perceptie. Waterlander zal de laatste twijfels wegnemen met opener (tevens single) De Elf: een draai rond je oren, waarna je de andere wang spontaan keert en vraagt: krijg ik er nog één? Met plezier…

Johan