Nadenken over Echo, The Bunnymen en The Edge

“Jezus, is het dat maar? Kom bij ons eens kijken.”

Will Sergeant en The Edge verschijnen samen op een foto. Sociale media. Ik reageer. Iets over de felle muil van Ian McCulloch en zijn hilarische quotes over den Bono. Over dat ze elkander gaarne zien, uiteindelijk. Dat U2 de wereld wou veroveren. Dat Echo & The Bunnymen in die dagen the real deal was. Dat Simple Minds bombastisch en The Virgin Prunes als fundi’s dat allemaal onderbouwden maar wij vooral The Joshua Tree en de trabantjes bij de gevallen muur van Berlijn herinneren.

Het Veerleplein en Augustijn

Een dag later krijg ik van broeder Zuckerberg te horen dat de Echo & The Bunnymen-pagina op zoek is naar tributebands die the real deal uitdragen zoals vele Joeys, Luc De Vossen, Raimundo’s Van Het Groenewoud, Freddie’s Met Curry, George Michaels, veel te weinig Madonna’s en al te veel diep purperen Metallicaboys dat doen in kopie van hun respectievelijke helden. Dat ge niet meer naar de Gentse Feesten kunt gaan zonder ‘I will follow’ te horen van het Veerleplein tot en met de Korenmarkt, bedenk ik me.

Pover gevecht

Will Sergeant en The Edge zijn vrienden en bewonderen elkaar. En waarom, vraag ik me af? Heeft Echozanger Ian McCulloch niet geprobeerd om het Beatles & Stones dilemma opnieuw in het leven te roepen? En was dat geen pover gevecht, commercieel qua intentie bovendien, ten opzichte van Oasis & Blur die weliswaar openlijk vijanden zijn maar volgens mij nog steeds tijdens rock ‘n’ roll-feestjes met elkaar de vrije liefde bedrijven wanneer het lot hen samen brengt? Of ten opzichte van de show die Liam en Noel opvoeren, tot op de dag van vandaag? Two brothers in arms? De pest en de cholera. De zon en de maan. Hoe gaat dat op het familiefeest, vraag ik me af? En ja. Het zijn die mannen die wij desperaat ‘achter doen’ (naäpen) om toch een beetje plek te krijgen op Vlaamse podia.

Bruno Deneckere

Wel beste mensen, noem mij een ego maar aan dat spelletje doe ik niet mee. Geef mij maar een Bruno Deneckeren die met eigen liederen gelijk welk publiek meekrijgt in zijn country & blues. Of Goes, miljaarde. Had ik godverdomme maar die mannen hun talent. Het zij zo. Ik werk ook hard. Alleen, de broek gaat niet van onze reet. Oh, neen. Met ons groepje doen wij die toegeving niet. Gentse Feesten of geen Gentse feesten. Bruegelkermis of Hallo in het Park, het verhaal komt uit onze eigen ziel, de song zal beïnvloed zijn van Dylan tot Gallagher maar, bijna steeds, uit de eigen pen gekropen zijn. En als ik dan zo’n tribute mee maak ergens Vlaanderen kan ik wel onder de indruk zijn van de muzikale capaciteiten van zo’n coverband maar denk ik altijd stilletjes meewarig luidop: “Jezus, is het dat maar? Kom bij ons eens kijken.”

Pretentie

En ik zeg dat zonder enige pretentie. En dan nog. So what? Enfin, de tijden zijn gekeerd. De songwriters moeten nu op de boerenmarkt met een platenspeler en een fucking pensenkermis gaan staan om hun plaatje kwijt te kunnen. De covergroep staat op de grote podia en krijgt het applaus dat Bono al krijgt en ook verdient. Zo is het leven. Zo ook de dood. Amen.